Maartjes Boekentip

Dit boek kreeg ik toegestuurd van uitgeverij Palmslag om er een recensie over te schrijven. Het is het eerste deel uit de driedelige serie over het koninkrijk Aera. Dit boek is geschreven door een Nederlandse schrijfster uit Utrecht, Sanne de Bock (1994). Ze studeerde geneeskunde maar had altijd een passie voor verhalen vertellen. En zo zijn deze boeken er gekomen. Het laatste deel van de serie is net uit, juni 2020.
Als tiener heb ik de nodige YA-novels gelezen. Uiteraard haalde ik alle Divergent-, Hungergames– en soortgelijke boeken uit de bieb, want waar moest ik het anders met mijn leesgierige vrienden over hebben? (#nerd) Maar eigenlijk heb ik mij hier na mijn 16e niet meer mee beziggehouden, dus ik vond het een leuke suggestie van Palmslag om weer eens zo’n soort boek te lezen. En wat vond ik er nu eigenlijk van?

Wat vind ik van de uitgave?

Zonder het boek gelezen te hebben heeft het echt een YA-uitstraling. Ik leg direct een connectie met een serie als The Hungergames, een toekomstig land waarin jonge mensen zich in het geheim organiseren en willen rebelleren tegen een machtige overheid. Het lezen van de achterkant bevestigt dit ook. Zou ik dit boek oppakken in de boekhandel? Misschien niet. Maar dat komt alleen maar doordat ik mij niet vaak in het YA-hoekje begeef. Het ziet er verzorgd uit en ik denk dat elke tiener dit boek zal opvallen in de winkel. Het roept in elk geval genoeg vragen bij je op om er in te willen bladeren!

Hoe zit het met de inhoud?

Wat ik ontzettend leuk vind, is dat het motto van dit boek een songtekst van een van mijn favoriete bands is. Het is niet zo’n bijzonder bekende band dus tof om dat eens terug te zien. En bovendien vind ik de quote goed bij het verhaal passen, want het gaat immers vooral om vriendschap en wie je wel of niet kan vertrouwen.

You found some best friends,
We’ll hold each other
And I’ll turn the bells
I’ll turn the bells

Turn the Bells – The White Lies

Het boek begint met een proloog waarin precies wordt uitgelegd hoe Aera eruit ziet. Het ik vertelt je hoe het precies in elkaar zit. Je leest over bijvoorbeeld de ontstaansgeschiedenis van de verdeling tussen het Noordelijk en Zuidelijk rijk. Misschien had ik het leuker gevonden als je achter deze details was gekomen doordat ze in het verhaal verwerkt werden. Bijvoorbeeld dat ze een soort smartphones hebben en er ook iets als sociale media bestaat, hoewel dat door de Koning sterk is beïnvloed. Al is het ook fijn dat je altijd op het begin terug kan grijpen als je even niet meer weet hoe het ook alweer zit. De Bock verweeft ook zeker details in het verhaal, waardoor je allerlei kleine dingen over de wereld van Alanna leert.

Als lezer val je middenin het verhaal. Een zwaargewond meisje in een ziekenhuis met ernstig geheugenverlies, een jongen die haar op sleeptouw neemt om te ontsnappen aan iets of iemand. Al snel rijst de vraag wie Trojan werkelijk is, maar ook wat haar eigen identiteit is. Eigenlijk kan ze de jongen niet vertrouwen, maar ze heeft ook niet veel keus. Precies dit dilemma geeft het boek spanning en het zorgt ervoor dat je wil doorlezen.

Wat ik een beetje gek vind aan de constructie van het verhaal, is dat het niet helemaal echt aanvoelt. Soms heb je dat een alternatieve wereld aanvoelt als een tweede huid, dat je jezelf er helemaal in ziet rondlopen. Dat miste ik een beetje bij dit boek. Het gaat over een in tweeën gedeeld land, maar wat maakt het nu precies tot een koninkrijk? Er is wel een koning aan de macht, maar de werkelijke onderdrukking wordt aangestuurd vanuit de Raad en de Arciks. Koninkrijk wekt de indruk van een middeleeuwse situatie (al is dat ook een beetje stereotype) en concepten als ‘de Offering’ dragen ook daaraan bij. Maar door de combi met hightech kon ik me er soms maar een slechte voorstelling van maken. Ondanks de vele details die De Bock over haar wereld aan je geeft, bleef ik met het gevoel zitten dat mijn beleving niet helemaal authentiek was. Het is op een bepaalde manier ingewikkeld, maar ook niet ingewikkeld genoeg. Je merkt het al: ik kan er niet helemaal m’n vinger op leggen. Desalniettemin blijft het een spannend verhaal en intrigeert het.

Wat heb ik over de stijl te zeggen?

Dat Sanne de Bock van lezen houdt zie je meteen in haar stijl terug. Ze is belezen en toont dat dan ook in haar uitvoerige manier van schrijven. Elke zin zit vol details over de ruimte, personages en handelingen. De Bock toont je precies hoe ze het voor zich ziet. Van de boeken die ik normaal gesproken lees, ben ik een soberdere stijl gewend. Ik ben dan ook wel een voorstander van less is more, het leest vlotter en het laat wat meer over voor je eigen fantasie. Want soms zijn uitgebreide details niet nodig om een goede scène neer te zetten.

Tegelijkertijd toont het ook dat De Bock heel goed heeft nagedacht over haar verhaal en wat ze de lezer wil geven. En ze weet er ook genoeg spanning mee op te bouwen om je mee te nemen door het verhaal. Hieronder een fragment dat de stijl maar ook de suspense van het boek weergeeft, zodat je het zelf kan beoordelen:

Fragment

Op slag begon ze zichzelf naar voren te werken. De mensen om haar heen keken haar verbaasd aan, stootten angstig de vraag uit waar ze mee bezig was of schreeuwden dat ze terug moest gaan. Sommigen negeerden haar volkomen, anderen duwden haar aan de kant en enkelen grepen haar bij haar polsen om haar te waarschuwen voor het gevaar dat haar te wachten stond als ze dit plan zou voortzetten. Een moeder hoefde maar één blik op haar te werpen om tot de conclusie te komen dat ook zij een Zuiderling was en slaakte een doordringende gil. Ze draaide zich met haar vinger tegen haar lippen om in een poging de vrouw tot stilte te manen, maar voor ze de kans kreeg te zeggen dat ze niet uit Zuid kwam deden drie ijzingwekkende pistoolschoten de menigte verstommen. De haartjes op haar armen gingen overeind staan en een ijskoude elektriciteit schoot door haar ledematen naar haar borst, waar hij zich als een kille angst rond haar hart vestigde.

Verraad, Sanne de Bock (p. 111)
Leesadvies

Is dit boek alleen maar voor tieners? Op zich niet. Maar ik denk dat zij wel het grootste deel van het leespubliek zullen beslaan. Het gaat natuurlijk over een jong meisje en dat trekt altijd een jong publiek aan. Daardoor kan het niet helemaal YA overstijgen. De discussie of YA werkelijk tot literatuur gerekend kan worden blijft altijd voortduren, maar is wat mij betreft niet zo relevant. Het gaat erom dat jij een boek tof vindt en dit boek heeft zeker de allure van een ‘volwassene-roman’ door de uitvoerige stijl.

Ik was niet 100% verkocht nadat ik het uit had, dus ik had niet direct het idee dat ik meteen de volgende twee delen zou willen lezen. Maar, zo heb ik bij andere blogs en/of recensies heb gelezen, de progressie van Sanne de Bock in de andere delen is goed te zien. Dit is natuurlijk haar eerste boek en als debutant ben je altijd een beetje zoekende naar stijl, vorm & inhoud. En zo blijkt: in de volgende delen heeft ze dat nog beter voor elkaar. Als je dit boek tof vindt, dan wordt het dus eigenlijk alleen nog maar beter!